plakkertje

Een plakkertje in logland is meestal een korte mededeling die je overal “plakt’ op momenten dat je even geen tijd kunt steken in een goede reactie.
Geen zorgen, dit logje wordt géén plakkertje maar gaat óver wat op mij als een “plakkertje” over komt.
En dan nog wel een plakkertje dat zeker niet uit tijdgebrek ontstaan is maar met de beste bedoelingen. (naar ik aanneem) . Loop even mee naar de Haagse, kleine, winkelpassage “Haagse bluf”.

Een klein winkelgebied met Engels aandoende winkeltjes uit het “wat duurdere segment” en wat horeca.

Het is al een heel oud gebied en was altijd al een “passage” waardoor je van de Venestraat naar de Groenmarkt kunt komen via een binnen gebiedje waar vroeger ook nog huisjes stonden.
En dáár hebben we dan de plakkertjes.

Op het middenplein, waar ondertussen veel horeca is, heeft men de oude huisjes een plaats willen geven.
De mooie oude geveltjes werden gespaard en tegen de nieuw gebouwde, lichtblauwe, blokkendozen aan geplakt. Tja ik wéét niet wat ik ervan moet vinden, maar kijk zelf.

Eén van de passagemuren is opgetrokken als een soort kloostermuur, een beter geslaagde poging wat mij betreft dan de “plakgeveltjes”. Laatst zag ik op een andere site (ik weet niet meer bij wie) een beter geslaagde poging om zo’n oude gevel te bewaren. Daar had men, de boven de nieuwbouw uitstekende punt van het gevel dak, voorzien van een “zolder etage”. Een mooi schuin pannendak wekt dan de indruk dat er inderdaad nog een oud huisje tussen staat. Naar mijn idee een veel betere oplossing dan deze plakgeveltjes. Het is nog niet te laat zou ik zeggen, zo’n ” zolderetage” er op bouwen moet nog wel kunnen volgens mij, Maar ja, wie ben ik hé!

bloembollen

Inderdaad hélemaal de tijd voor de bloembollenvelden. Ze moeten er weer prachtig bij staan hoorde ik uit betrouwbare bron. Inge kwam tot de ontdekking dat in het gezin van Jennifer nog niet iedereen langs de bloeiende bollenvelden was geweest. En dat kán gewoon niet als je binnenkort in Zweden gaat wonen, dan moet je toch uit de eerste hand, en mét foto’s, kunnen vertellen over één van onze toeristische hoogstandjes. Dat kon nog snel even goedgemaakt worden……
Alsof ze er dágelijks langsfietsen hé!

Maar dat bedoelde ik helemaal met bloembollen want er zijn meer hondjes die Fikkie ( of tulp) heten als we het over bloembollen hebben. Deze foto is bloemig genoeg maar in eerste instantie is er weinig “bol” op te zien.
Mijn schuld natuurlijk omdat ik de rest van de foto deskundig weggewerkt heb.

Als ik de hele foto laat zien komen de bollen tevoorschijn, je weet wel , die waar ik al eens eerder over schreef. Voor het geval ik ooit nog twijfels gehad zou hebben over de echtheid van de bloemen in de bollen die in de zomer in de dorpse straatjes hangen…. ’t zijn echte neppers maar kleurig zijn ze wél
Bloembollen zonder velden zal ‘k maar zeggen, komt nog best wat voor kijken eer alles er weer netjes bij hangt want neppers groeien niet vanzelf natuurlijk.
Ik dacht er net te laat aan om even op de auto te klauteren en tussen de bloembollen te gaan zitten zoals Amber en Jennifer deden. Ach je kan niet álles hebben hé!

nogmaals ’t hooft

Ja precies, het restaurant in hartje Den Haag waar ik het hier over had. Ik schreef dat ik daar wel eens iets op het terras genuttigd had en dat klopt. Er is een groot terras voor waar het, naar de winkelende mierenhoop kijkend, gezellig toeven is. De oplettende lezer concludeert uit het voorgaande dat ik dus nog nooit een stap over de drempel van het restaurant gezet had, en ook dát klopt. Geen idee waarom, misschien omdat het restaurant toch best een luxe uitstraling heeft.

Bovendien hoef ik nooit zo nodig buiten de deur iets te eten of drinken, nou ja, ik hoef niet zo nodig als ik niet “nodig hoef”! Ik neem aan dat de nuance in “nodig hoeven” hier wel duidelijk is. En gezellig gezelschap trekt me ook wel eerder over de streep om het “nuttige(n) met het aangename te verenigen.
Dat gebeurde dus gisteren toen Inge me “alle hoeken van de Haagse binnenstad liet zien” op zoek naar iets feestelijks voor het 12,5 jarig huwelijksfeest van haar dochter Jennifer. Ach voor je kind doe je álles láát je je winkel in ,winkel uit slepen tot echt de áller tofste out fit bij elkaar gekocht is.

Voor de gezelligheid paste ik zelf ook het één en ander maar het was duidelijk ‘Inge-dag”, wat ik ook aantrok, ik zag er uit als verlepte, fletse oude muts die in de verkleedkist gedoken was. Gelukkig maar dat ik niets nodig had want er was werkelijk niéts waarin ik de prachtige jonge blom zou kunnen lijken die ik (gevoelsmatig soms nog) ben! Inge dag dus, zij liep tegen van alles aan dat haar prachtig staat en wel mee naar huis móest! Prima reden om voor een lunch naar het Goude Hooft te gaan.

Vanwege het sombere weer kwam het terras nu niet in aanmerking, het was er door de dichte overkapping donker en somber en dus stapte ik dit keer over drempel en werd verrast door de sfeervolle grote ruimte. Veel aparte hoekjes, mooi houten balkenplafond, gezellige open haard hoek , mooie glas in lood ramen en alles bij elkaar, ondanks de grote ruimte knus. Ze werken er nog met een “gastheer” om je een plaatsje te wijzen, (waarschijnlijk om te voorkomen dat de obers zich platvoeten lopen) en omdat wij al platvoeten hebben van het winkelen zijn we blij een tafeltje dichtbij toegewezen te krijgen.
We hebben het ons laten smaken, het restaurant mag dan best wel bijzonder zijn, de rekening was dat niet. Niet héél goedkoop maar ook niet duurder dan gemiddeld, en ik had niets gekocht, het kon er wel vanaf.

naar de kerk

Niet dat ik ineens door de Heilige geest bevangen ben hoor. je kunt tegenwoordig zoveel méér in kerken doen dan je geloof belijden. Soms kun je er kunst zien, al is menige kerk al een kunststuk op zich voor wie er oog voor heeft. Als ik op de radio hoor dat het weer draaiorgel dag is in de Leidse Hooglandsekerk lijkt dat me een goede reden om even naar Leiden te gaan.
Niet dat ik nou héél gek ben op draaiorgels maar het is toch een stukje Hollandse cultuur en daar moeten we zuinig op zijn.

Als ik de kerk binnenstap denk ik nog éven dat er toch óók kunstobjecten ten toon gesteld worden. Maar ik zie nergens een bordje met de naam van ontwerper en uitleg.
Ach eigenlijk heb ik die niet eens nodig, ik zie zó wel dat de boogconstructies die in zo’n kerkschip in ruime mate aanwezig zijn in het kunst object terug komen.
Goede kunst heeft geen uitleg nodig, die kan iedereen zelf wel verklaren toch?

Eh…. o ja, nu je het zegt, het zóuden ook tientallen kunstig, een kwart slag op de kant, gestapelde stoeltjes kunnen zijn.

Maar ik dwaal af, ik hoor dan al draaiorgelmuziek, gelukkig maar van één draaiorgel, het zou een lawaai van jewelste zijn wanneer alle aanwezige draaiorgels tegelijk zouden spelen. Geteld heb ik ze niet maar het waren er héél wat. Hoe groot ze buiten ook lijken, een draaiorgel aan de zijkant van het grote orgel van de kerk valt in het niet.
Er staat ook een piepklein draaiorgeltje dat te koop is, ik vrees dat het niet stormliep met koper.



Zoals in het filmpje al te zien is draait de orgelman niet meer zelf, er zit overal een motortje aan het wiel. Wat óók in het filmpje te zien is is dat er nog altijd mensen zijn die niet stil kunnen blijven staan als het draaiorgel z’n deuntje laat horen. De boeken die ze gebruiken voor de muziek zijn nog wél hetzelfde en er is voorraad genoeg.
Hoewel “Leidse Glibber” er natuurlijk ook een kijkje ging nemen deed hij dat op een andere tijd. Jammer, hij zag m’n berichtje te laat. Ik zat toen alweer in de trein want Leiden met z’n kinderhoofdjes en mijn voeten zijn een héél slechte combi, dus na nog een rondje op de mega drukke markt hield ik Leiden voor gezien. Leiden is oergezellig maar wél vermoeiend!

tóch de zee

Wat we nog meer deden vrijdag? Liesbeth kwam al heel vroeg met de trein uit “iets kleins”in de buurt van Eindhoven. Weinig strand daar natuurlijk en als je dan toch in de buurt van het strand bent staat dat op het programma. Alleen…. ik had al vertelt dat het strand weer verstopt zit achter een houten schutting.
Dat moest ze natuurlijk met eigen ogen zien, al was het maar om er na de enerverende ochtend iets te eten.

Het restaurant dat kortgeleden zo bij mij in de smaak viel kon ook Liesbeth bekoren, we hadden een smakelijke luncht zonder dat we de rest van de week droog brood zouden moeten eten uit geldgebrek.
Ook dit keer viel het uiterst vriendelijke personeel op. Maar ja die zee…., dié zochten we dan maar elders.
Zodra ik hoorde dat ze nog nooit Panorama Mesdag had gezien sprongen we in een trammetje om in de Zeestraat…( what’s in the name) te komen waar dat bijzondere museum ligt.

Bijzonder omdat het een mega groot schilderstuk is van de schilder Mesdag , 14 meter hoog en 120 meter lang maar vooral…. in het rond opgehangen. Inderdaad als een soort panorama, met aangepaste omgeving ervoor krijg je een leuk beeld van het oude Scheveningen mét de zee, de duinen, oude vissersboten enz, enz.
De museumjaarkaart maakte dus overuren want het Panorama Mesdag blijft mooi om te zien, ook wanneer je er al eerder eens was. Ongemerkt loop je er een paar rondjes omdat steeds weer iets anders je aandacht trekt.

Het is een ongelooflijk stuk werk waarbij Mesdag de hulp van zijn vrouw en een paar collega schilders had, maar evengoed is het mij een raadsel hoe, en waar, je dan met dit soort afmetingen uit de voeten kunt. Er is met het blote oog geen naadje te zien. Schelpen, zee en zand, het is er allemaal en zo genieten we tóch nog uitzicht op zee zonder, niet onbelangrijk, zand in je schoenen en haren te krijgen.
Om foto’s te maken is het natuurlijk een stuk minder dan de echte kust. Volgende keer beter Liesbeth!

goed/slecht hotel

Er zal niet bij iedereen een belletje gaan rinkelen als ik het over het “oranje hotel” heb.

Het Oranjehotel was de bijnaam voor de Scheveningse gevangenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ruim 25.000 mensen zaten hier tussen 1940 en 1945 opgesloten voor verhoor en berechting. Opgepakt voor handelingen die de Duitse bezetter als overtreding zag. Verzetsmensen, maar ook Joden, communisten, Jehova’s getuigen en zwarthandelaren.”

Nou dat is ook ongeveer het enige dat ik er van wist want hoewel het ondertussen een monument is ben ik er nog nooit geweest. Toen Liesbeth (blogt) aangaf een dagje Den Haag in de planning te hebben incl. Oranjehotel begreep ik nog net dat ze niet in Den Haag in een hotel geboekt had. Al zou deze “tuin” heel goed een soort binnenplaats van een hotel kunnen zijn, schelpen en helmgras voor de Scheveningse sfeer.

Als er iémand veel weet over WO II dan Liesbeth wel. zij is achter de schermen ook een beetje betrokken geweest toen het Oranjehotel er een Nationaal monument van ging maken. Een betere gids kun je je niet wensen als onwetend oorlogskind. Van huis uit kreeg ik niet heel veel mee van de oorlog, daar werd nauwelijks over gesproken, ja de “‘Pietje Bel” verhalen, maar niet de verhalen over alle angst en ellende uit die tijd.

Nee ik ga dus niet doen of ik er nu alles van af weet, ik kan er eigenlijk zelfs niet eens een goed verhaal over schrijven. Men is er heel goed in geslaagd de beklemmende sfeer te bewaren, de kale gangen, de cellen met afmetingen die een aardige inloopkast zouden kunnen zijn, met een minimum aan meubilair , en vooral de indringende films . Mensen die vertellen over hoe het verblijf er was en de gruwelijkheden die ze moesten ondergaan áls je het al kon overleven.

De “tuin” uit het filmpje hierboven moet in die tijd de luchtplaats geweest zijn want is uit diverse getraliede ramen te zien. Hier heeft men blijkbaar niet gekozen om het origineel te laten, Bij alle gangen en cellen binnen is dat bewust wél gedaan. Dat het geloof voor menigeen een grote rol speelde blijkt uit de houten kruizen van ruwe paaltjes (die aanvankelijk op de Waalsdorpervlakte stonden) aan de muur en het “onze vader” dat boven een bed geschreven staat.

Er zijn zelfs wel wat items die ik wél herken uit de verhalen van m’n ouders, zoals bonnen en stamkaarten. Wat verderop zijn er wat planken uit de vloer gehaald en in dat gat staat een radio. Zelf een radio hebben mocht niet van de vijand.

Er zijn wel wat mensen die je er aan de haren naar toe zou moeten slepen, maar net als bij herdenkingen, zijn het altijd de mensen van goede wil die er komen. Het is ook niet het allerbelangrijkst dat je alle feiten gaat onthouden, maar meer dat je je een beetje kunt inleven in wat het destijds voor mensen betekende om onderdrukt te zijn.
En ja, natuurlijk hebben Liesbeth en ik het over gehad, maar we waren óók een dagje uit en hebben daarna nog andere dingen gedaan, en plezier gehad, vrijheid moet je immers vieren!

alwéér????

Als zo’n heerlijk voorjaarszonnetje zich laat zien valt het wel te verwachten….. Rietepietz móet even het strand zien. Ik kies wel voor de boulevard omdat ik het nuttige met het aangename wil combineren .
Even zien of er al strandpaviljoens klaar zijn en dan een lekker met de zon op m’n snoet een lunch op het strand. Het ei van Columbus…….

Het werd niet helemáál wat ik van plan was.
Columbus is een restaurant óp de boulevard maar verder was het dik voor elkaar, prijs/ kwaliteit méér dan prima en reuze vriendelijk personeel.
Alleen het strand kon ik vanaf daar niet zien. M’n uitzicht werd belemmerd door veelkleurige schuttingen. Net als nog maar rond 2010 gebeurde, en tussen toen en nu op twee andere delen van de boulevard, ligt wéér de hele boel grootscheeps overhoop.
De strandpaviljoens móeten er zijn is te lezen op een schuttingdeel) maar vanaf waar ik de boulevard op kwam zou ik een flink eind om moeten lopen om erbij te kunnen komen, en ik kan niet zien of ze al open zijn of nog aan het opbouwen.Ik zie alleen maar puntjes dak hier en daar.
Maar zelfs áls ze al open zijn is het niet erg aantrekkelijk er te gaan zitten…. kijk zelf.

wondere wereld

Kom ik uiteindelijk toch nog aan museumbezoek toe. Al had “staartje”al de meeste wetenswaardigheden op haar blog valt er heus nog wel iets te vertellen over een leuke middag in de Haagse binnenstad en het historisch museum.
Ik pik Staartje ( Liesbeth) op bij centraal station en vandaar is het maar een korte wandeling naar het centrumdeel waar we moeten zijn.
We passeren de Koninklijk schouwburg, een mooi oud theater vanwaar de laatste jaren op Prinsjesdag de troonreden over ons wordt uitgestort. Staartje is onder de indruk want Drenthe heeft op cultureel gebied weinig te bieden.

Ik vergeet haar nog even lang Diligentia te slepen, ook al zo’n sfeervol oud theatertje maar dat komt omdat we “de Posthoorn” passeren. Dat is een oud bruin café dat vroeger min of meer de stamkroeg was van de artiestenwereld om voor , of na, de voorstelling even te verpozen. We doen daar even een Haags “bakkie”.

Het café hangt vol met foto’s van vroegere grootheden, van Ko va Dijk tot Simon Carmiggelt is er “opgehangen”. Ik wil Staartje niet meteen beschuldigen, waarschijnlijk is het meubilair nét zo oud als het café, maar als ze haar stoel aanschuift houdt ze leuk leuning los in haar hand.
Oeps, ik realiseer me nu pas dat we dat niet aan de bediening doorgegeven hebben en als niemand wéét dat de stoel kapot is zal hij ook niet gerepareerd worden.

En dan via de antiekmarkt op het Voorhout (die deze keer toevallig een geweldige stoffenmarkt is) naar het museum voor het poppenhuis van jonkvrouw de Ranitz. Staartje schreef al uitgebreid over het “speeltje” van de adellijke dame. We bewonderen het van alle, tot in details afgewerkte, kanten.
Wanneer Staartje aan de achterkant een beetje benauwd staat te kijken zie ik wat er mis is….. Er zit een barst in het het meest rechtse ruitje op de tweede rij ….. Ik wil niets insinueren maar ze kijkt best wel schuldbewust.

Wat mijn volledige aandacht even heeft is de film die op de muur geprojecteerd wordt. Wonderlijk hoe met de moderne filmtechnieken gespeeld is. We zien en horen een dienstbode uit de tijd van de jonkvrouw maar ook een hedendaagse gids die van alles vertelt. Ze lopen door “het poppenhuis” dat nu ongeveer levensgroot is en de dames lopen kamer in kamer uit en trap op en af. Wonderlijk wat er allemaal kan, dan heb ik nog wel iets te leren met filmprogramma’s.

De museumjaarkaart wordt royaal benut want ook de schilderijen galerij naast de “gevangen poort” nemen we nog even mee. Niet groot maar met een beveiliging alsof de nachtwacht van Rembrandt er hangt. Ik maak een paar keer wat te grote armgebaren en dat blijkt een héél snelle manier te zijn om een suppoost te spreken te krijgen, en ik wilde helemaal geen suppoost spreken. We nemen hier en daar onderweg nog een kijkje én iets te drinken bij de vroegere Cineac vóór ik Staartje weer bij Centraal station achterlaat na een heel gezellige dag.

vergeten item

Soms maak ik foto’s van iets omdat ik denk”leuk voor een logje als ik ff niets anders weet”.
Maar ja, ik heb niet zo vaak “dat ik ff niets anders weet” en dus vergeet ik de opgeslagen foto’s, en al helemaal wáár ik ze opgeslagen heb.
De Pomp / waterput van Rijswijk is zo’n onderwerp. Van de pomp heb ik al minstens 3x foto’s gemaakt en ik moét ze hebben…. maar waar?
Dan maar een foto van het internet want het moet er nu toch maar een keer van komen.

De pomp staat al sinds 1831 voor de Oude Kerk, ziet er anno 2024 nog precies eender uit en is kort geleden helemaal gerenoveerd en weer geschikt om water te tappen. Tot zover eigenlijk niet veel bijzonders.
Waarom ik er steeds weer een logje in zie gaat om de plaats waar het water vandaan komt, de waterput onder de straatstenen. In 2010 werd de waterput zichtbaar gemaakt door er een dikke glazen plaat overheen te leggen. De loop van het water naar de pomp werd gesymboliseerd door een streep blauwe klinkertjes.

Dat het onderwerp voor de zoveelste keer in m’n gedachten kwam is de schuld van een gids die ik er van de week met een groepje mensen zag. Tijdens een stadswandeling is daar blijkbaar aandacht voor en heeft de gids wel iets te vertellen. Dus ja, wéér foto gemaakt die ik over enige tijd natuurlijk wéér niet terug kan vinden, het moet dus maar metéén!

Hoewel maatregelen getroffen zijn om condens op het glas te voorkomen heeft dat maar matig succes. In het begin kon je inderdaad goed de stenen bron zien, maar nu is er meestal nauwelijks meer te zien dat wat schaduwen.
Een zonnetje erop wil wel eens helpen maar ja, de zon werkt lang niet altijd mee. En als het dan óók nog regent is de natuurstenen rand om het glas heen spekspiegelglad.
Oke, nu weten jullie d’r van, iedere Rijswijker kan “naar de (goed werkende) pomp lopen” , een spreekwoord dat waarschijnlijk niét z’n oorsprong vindt in waterpompen maar uit de scheepvaart zóu kunnen komen waar pompen bediend moesten worden.

terug naar India

Néé, natuurlijk is Inge niet terug naar India, maar ik was een beetje blijven steken in het verhaal over die reis en zonder zelfs maar één foto van het bruidspaar krijgen jullie natuurlijk slapeloze nachten, Jawéhel, Kakel sliep al vier nachten slecht, dat kunnen we niet hebben natuurlijk.
Ondertussen nag ik daar wel iets van laten zien, alleen al leuk om te laten zien hóe anders zo’n bruidspaar er uit ziet. Niks niet mooie meid in een witte wolk of bruidegom met billentikker en hoge hoed zoals we ze kennen van bovenop de bruidstaart.

Geen bruidsboeket maar wel héél veel bloemen kunstig verwerkt in, en aan, het haar van de bruid. Ook de slingers die het paar om de hals hebben hangen zijn van bloemen gemaakt. Het moet allemaal wel aardig wat wegen. Het is de out-fit voor de eigenlijke plechtigheid.

De avond ervoor was een andere out-fit nodig voor de “Haldi”. Men besprenkelt elkaar met een mengsel van kurkuma en kokosmelk en strooit bloemblaadjes, die dan wel willen blijven plakken, over het bruidspaar. Het zou er voor moeten zorgen dat de bruiloft in goede gezondheid gevierd kan worden. Inge heeft duidelijk niet voldoende over zich heen gekregen, ze werd alleen maar beroerder. Maar de bruid werd er erg gelukkig van zoals de foto laat zien.

Schoonzoon Peter werd iets minder gelukkig toen hij laten in de week ná de bruiloft ergens met een andersoortig ritueel werd geconfronteerd. Ik ben vergeten waar het voor was maar hij kreeg een straal water in zijn nek en was tot op de onderbroek nat.
Tja, ’s lands wijs ’s lands eer natuurlijk , al kijkt de water spuitende meneer me nét iets te vrolijk. Waarschijnlijk denk hij gewoon; “daar heb je weer zo’n stel toeristen die ik even te grazen kan nemen”!
De best grote groep waar ze mee in India waren had trouwens veel bekijks, Vooral het wandelwagentje voor het schattige dochtertje van het bruidspaar werd menigmaal gefotografeerd maar ook de groep was blijkbaar bezienswaardig.

Nou ja de groep maakte natuurlijk óók foto’s van allerlei zaken die dáár dan weer heel gewoon zijn. Dáár gaat het kindje gewoon voor op de scooter, wat nou helm, voetsteuntjes of veiligheidsgordel!
En moeders gewoon in Amazonezit achterop in haar wapperende sari! Wie heeft er een wandelwagen nodig daar!

Tel je zegeningen dat ik er niet zélf bij was in India, dan hadden jullie op z’n minst tien logjes voor de kiezen gehad, nu laat ik het bij twee, als dát geen boffen is.

Vorige Oudere items