phoehwee….


Druk, druk, druk… nee niét met werken maar door toevalligheden heb ik binnen 2 weken maar liefst viér uitstapjes en voor twee daarvan moet ik zelfs de grens over.
Vorige week zóu ik met Inge naar de Fabrique des Lumières gaan maar dat liep mis omdat ik een afspraak over het hoofd had gezien maar op Hemelvaartsdag is ze vrij en moet het lukken.
We vonden het de vorige zó indrukwekkend dat we de volgende editie van die “lichtshow” graag willen zien, al hebben we een beetje twijfels.

De surrealist Dali heeft niet helemaal onze belangstelling en dit keer zijn er werken van hem gebruikt, aangevuld met werk van Gaudi dat ons meer ligt. Bovendien zóu het wel eens tegen kunnen vallen omdat het de vorige keer nog helemaal nieuw was. We maakten ons voor niets zorgen, het was wederom geweldig , niet in de laatste plaats door de muziek. Er werd héél veel muziek van Pink Floyd en die is op zichzelf al overweldigend. Foto’s en filmpjes,,,? ja zeker wel gemaakt …..

Echt zo’n foto of filmpje geeft géén goed beeld, dit is iets dat je moet ondergaan. Je laten onderdompelen in de muziek terwijl de voorstellingen overal om je heen dwarrelen en de muziek het allemaal een extra dimensie geeft. Vergeet de foto’s, vergeet de film.

Kortom, we vonden het weer een belevenis en nog steeds heel erg de moeite waard, ondanks dat Mr. Murphy blijkbaar weer eens onze trein had gekozen lekker dwars te liggen. We hadden alles zo keurig voorbereid zonder overstap. Maar wanneer we al in de trein zitten horen we omroepen dat een kleine technische storing de trein iets vertraagt. We blijven keurig wachten, als de vertraging iets verlengt wordt óók, we hebben geen haast toch? Na een kwartier worden we alsnog naar een andere trein verwezen, mét een overstap. De aansluiting met de bus gaat dan weer wel perfect.

De terugreis lijkt bijna helemaal goed te te gaan. Bij de voorlaatste halte stormen er ineens van alle kanten politieagenten de perrons op. Er blijkt iemand voor de trein te willen springen en dat kan op dát moment weinig kwaad meer, we staan immers stil maar men neemt toch het zekere voor het onzekere en even later zien we dat er iemand tegen wil en dank door de politie afgevoerd wordt.
Daar zijn we natuurlijk wel blij mee al loopt de vertraging toch wel tot ruim een kwartier op want de trein kan niet zómaar weer invoegen op een andere tijd. Waarschijnlijk wás het Mr. Murphy die door de politie afgevoerd werd want daarna komen we toch allebei zonder verder oponthoud thuis.

Advertentie

waarom gratis

Het blijft tobben met het Cultuurcentrum Amara. Na een meer dan forse overschrijding van de bouwkosten met een ingecalculeerd begrotingstekort voor de komende jaren….. is nu óók dat tekort op de bedrijfsvoering weer opgelopen.

Begin januari van dit jaar werd duidelijk dat de jaarlijkse exploitatie van het nieuwe onderkomen van onder meer het Koninklijk Conservatorium, Nederlands Dans Theater, het Residentie Orkest een groter tekort vertoont dan aanvankelijk gedacht. In 2017 werd berekend dat de bedrijfsvoering jaarlijks een tekort zou kennen van 2,1 miljoen; toen bleek dat dit 2,7 miljoen wordt.

Volgens mij zijn ze daar ook niet écht bezig om dat tekort omlaag te krijgen.Van de week was ik weer bij een “gratis” lunchconcert.
In zo’n concert laat het orkest, bij wijze van repetitie, een half uurtje horen uit het concert dat die avond gespeeld zal worden en dan wél tegen betaling.

Het is allemaal keurig verzorgd zo’n gratis lunchconcert, alle personeel is compleet en de kaartjes keurig uitgeprint. Alsof het niets kost en ja, mij kost het inderdaad niets. En dát vind ik toch raar als er zo’n groot te kort is. Oke, de orkest leden zijn niet “in vol ornaat” maar de muziek klinkt gewoon alsof ze daar keurig in het zwart zitten.

De zaal waar 1500 man in kan….. ja zeurpiet, daar zijn ook vrouwen en hetjes bij, zat zo goed als vol. Ik zou voor zo’n half uurtje prachtig live muziek met liefde bijv. €7.50 of €10,– betalen en dat x +/- 1000 (niet iedereen komt als er betaald moet worden) zou toch op z’n minst het tekort niet hoger op laten lopen.

Het is gewoon fijn dat het in de middag is én niet te lang duurt zodat ik niet het risico loop 2 uur naar tegenvallende muziek te moeten luisteren (ik heb weinig “know how” in huis) Dit keer eerst wat aan elkaar geplakte stukjes van een eigentijdse componist uit zijn opera. Niets mis mee, daarna een stukje Brahms.

Mijn kronkels laten óók bij concerten van zich horen. Als ik de springerige, jonge dirigente bezig zie bedenk ik dat ze héél geschikt zou zijn om Olga Commandeur te vervangen bij “Nederland in beweging”. Ze kukelt nog net niet van “de bok”, eh ja, zo noemen ze die verhoging waar een dirigent op staat nou eenmaal. Misschien inspireerde die naam deze dame wel om bokkensprongen te maken, je wéét het niet. Er stond ook een mega grote trom achter in het orkest waarop een “trommelaar” met uiterste precisie twee enorme opdonders mocht geven waarna hij sluipend als de kat uit Tom en Jerry weer naar zijn stoel tegen de muur verdween.
Ik zat gelukkig ver genoeg van het podium om niet alle gezichtsuitdrukkingen te kunnen bestuderen. Mensen die zich in hun muziek inleven werken meestal op mijn lachspieren, ik verzin er verhalen bij. Niet netjes ik wéét het maar het gebeurt gewoon buiten me om. Jammer, de laatste van het seizoen, ik heb genoten luister maar een (rommelig) klein stukje mee.

O ja, Escher…

Jullie hadden mijn eigen beleving van de Escher tentoonstelling nog tegoed.
Het zal wel “de aard van het beestje zijn” dat ik allerlei vreemde hersenkronkels onderga, zelfs wanneer ik het allemaal prachtig vind wat er te zien is. Dan lees ik ook wel eens een bordje maar daar reageer ik toch vaak weer nét even anders op dan een kunstkenner. Zo las ik op een bordje dat Escher een serie van twaalf maakt met het onderwerp “Rome bij nacht” daar staat ook nog bij…….

En dan let ik er natuurlijk óp of ik die arceringen met streepjes of kruisjes ook kan ontdekken!
Duidelijk heel veel streepjes, en ernaast zie ik héél veel kruisjes!

Dat blijken toch weer géén kruisjes van Escher te zijn.
In de hoeken van alle zalen zitten keurig weggewerkte kasten met “een arcering” van kruisjes spui ik m’n nieuwe kennis.
Zeg ik toch, er spoken altijd vreemde bijgedachten door m’n hoofd.
Het zou trouwens helemaal niet de eerste keer zijn dat een “kunstwerk” vermomd is als een gebruiksvoorwerp of omgekeerd.
Natuurlijk kom ik mezelf tegen als ik dénk een kunstkenner te zijn, leg dit maar eens uit! Je stapt in een opening en ineens ben je verviervoudigd. Eh…. , ik beken, geen bordje gelezen, maar het was amusant.
Het zál wel iets te maken hebben met vlakverdeling gok ik.

Al lijkt het steeds onwaarschijnlijker te worden, ik heb écht genoten van al het werk dat er van Escher hing maar ja, wat kan ik meer zeggen dan “mooi” want waaróm ik het mooi vind kan ik meestal niet uitleggen. En dan is er bij deze tentoonstelling de extra uitdaging om “iets te vinden” van het werk dat door andere kunstenaars gemaakt is met werk van Escher als inspiratiebron.

Zo was er ook een werk dat geïnspireerd is op de houdsnede “dag en nacht” van Escher.
Ik weet niet eens zeker meer of dat er óók hing maar ik heb het gelukkig thuis zodat ik er toch een foto van heb.

Nééhee, natuurlijk niet de echte houtsnede maar ik heb een boek waar het in staat.
Moet tot m’n schande zeggen dat ik niet het hele boek gelezen heb maar overwegend alleen “plaatjes gekeken”. Misschien laat ik het wel op tafel liggen nu ik het toch uit de kast heb.
De geïnspireerde andere kunstenaar zoekt het in iets anders. Zolang je vóór het kunstwerk staat zie je geen dag én nacht….. het leent zich in mijn gemankeerde geest prima voor een echtelijke ruzie. Staat hij links en zij rechts van het werk zegt hij;” ik zie een inktzwarte nacht” en zegt zij; “hoe kóm je erbij. ik zie alleen maar licht”. Zolang ieder op z’n plaats blijft staan zullen ze het niet eens worden.
De strengen met platte schijfjes zijn aan één kant wit en aan de andere kant zwart. Door de manier waarop ze opgehangen zijn zie je dus alles van donker naar licht gaan, of omgekeerd, als je er langs loopt. Veel werk geweest denk ik maar ik ga toch voor de enige echte “dag en nacht.

oeps, impulsief

Inderdaad, sóms kan ik heel impulsief zijn en dat hoeft heus niet verkeerd uit te pakken, integendeel.
Vanmorgen hoor ik op de regionale zender iets waarbij ik de oortjes spitste en metéén op internet m’n licht op ging steken. En jawel, de info klopte;

Gratis lunchconcerten van Het Residentie Orkest
Op de dag dat het Residentie Orkest ‘s avonds optreedt in Den Haag kunt u ze ’s middags al horen spelen. Tijdens dit gratis lunchconcert in theater Amare spelen ze een half uur uit het programma van die avond. Dit geeft een kijkje in de keuken en zorgt voor een inspirerend intermezzo
“.

Er is heus veel klassieke muziek die ik mooi vindt, maar om naar een concert gaan weet ik er té weinig vanaf. Ik ben altijd bang de tent uitgeblazen te worden door een kakofonie van lawaai die door een agressieve componist na een slechte nacht op papier gekalkt werd. Een half uurtje lijkt dan nóg om door te komen.
Dit lunchconcert zou een stukje werk van Schubert zijn, daar heb ik wel iets van in huis, dat zit wel goed alleen….. er staat bij dat alle plaatsen al uitverkocht ….eh al uitgegeven zijn.

Tja, als je iets wilt kán het helpen om op de juiste tijd op de juiste plaats te zijn, en dus spring ik in de tram naar centrum Den Haag en stap ruim op tijd het gebouw in. Aan de vriendelijk info dame vraag ik “hoe ik het aan moet pakken om bij dit soort gratis voorproefjes” aanwezig te kunnen zijn. Ze vraagt of ik naar het concert van vandaag zou willen want ze heeft nog één ( teruggegeven) kaart en ja natúúrlijk wil ik dat. Het telefoonnummer (ik heb geen computer weetjewel) schrijft ze op de toegangskaart en zegt dat ik altijd ruim een week vooraf moet boeken.

Ze noteert wat gegevens, en zegt; “er komt er nog één in mei, zal ik daar ook meteen een kaart voor uitprinten? ” Als dát niet op het juiste moment op de juist plaats zijn is weet ik het óók niet meer.
Het werd genieten in de prachtige nieuwe zaal, het is natuurlijk een soort repetitie, de orkestleden druppelen geleidelijk binnen, gewoon in vrije tijdskleding, de dirigent komt op met knalrode sokken aan zijn voeten, zonder schoenen. Hij is ook een vrolijke noot als hij vertelt wat we gaan horen en dan kan het grote genieten beginnen.

Tot dan heb ik stukjes zitten filmen maar nadat ze zijn gaan spelen wil ik niemand meer storen en stop de telefoon in m’n tas. Aan het eind van het concert merk ik pas dat de camera nog aan stond maar zelfs in m’n tas nog alle geluid heeft opgenomen.
Hij is er helemaal warm van geworden. Thuis plak ik alles aan elkaar, en laat een klein stukje zitten van de “audio” opname, kunnen jullie even illegaal meeluisteren.

P.S. en let maar niet op de die twee kakende dames naast me.


tóch Koninklijk

Ja we gaan van de LocHal op weg naar het textielmuseum in Tilburg voor de expositie “Koninklijk borduren“. Wie hier al lang leest wéét natuurlijk dat ik Koningin Beatrix incognito ben en jarenlang op huis ten Bosch woonde. Als er iémand weet in welke deplorabele staat de gordijnen uit de Chinese kamer er na een paar eeuwen uitzien dan Trix wel toch?

Maar goed we doen even alsof ik van niets weet en we zoeken de “oude rommel” op en inderdaad, in de achter glas tentoongestelde gordijnen kun je de scheuren en gleeën zelfs zien.
Het is onvoorstelbaar fijn borduurwerk van Chinese motieven dat in die tijd natuurlijk allemaal met de hand gedaan werd,

Inkijk is uit den boze op een paleis en dus werden er nieuwe gordijnen gemaakt in Tilburg.
In plaats van alle Chinese figuren is er gekozen voor allerlei Nederlandse figuurtjes en gebouwen op de gordijnen, verspreid als op de oude gordijnen met als Chinese verbindende factor overal bloesem ranken.
De ranken zijn allemaal met de hand geborduurd door bordurende mensen uit het hele land, incl, Maxima die ook een liefhebber blijkt te zijn.

Alle andere afbeeldingen werden machinaal geborduurd met de fijnste zijdes en dat is toch niet zo simpel als het lijkt.
Er is van alles te zien over het proces van het borduren, films, garens in heel veel kleurschakeringen en proef lapjes.
Wie wel eens iets op een naaimachine doet weet wel dat de spanning heel nauw luistert en zeker bij dit héél fijne werk kan er van alles mis gaan. Zelfs al zullen de machines ongetwijfeld computergestuurd zijn, er moet toch iémand de computer instellen.
Zo hangt er dus een proeflapje met de Haagse Peperbus die trekt als een sledehond in Alaska, maar op het gordijn kwam gelukkig hij keurig glad net achter het Mauritshuis te staan.

Maar behalve deze tijdelijke expositie er is nog veel méér te zien in het textielmuseum. Echt van alles met oude én nieuwe weefmethodes. Uiteraard ondertussen ook computergestuurd en je kunt er je eigen sokken laten breien, de klossen garen zijn op die machine een stuk groter maar je kunt de strepen zo kleurig (laten) maken als je zelf wilt. Met het geluid dat de moderne machines maken krijgt een béétje DJ op een house party de menigte wel plat.

We zien een apparaat waar de theedoeken die in de museumwinkel te koop zijn geweven worden, er is een draadje kapot en dat film ik wel even totdat de dames me op het rode embleem wijzen “fotograferen verboden”, oeps…. wel raar want overal mocht het wél maar dan zonder flits.Maar ik máákte geen foto, ik filmde….(dacht ik) thuis blijkt dat ik een mooi stuk vloer filmde maar gelukkig óók een foto van de plaats delict heb.

Ook alle machines voor het fijne naaiwerk zijn er te zien maar het grotere werk is minstens zo boeiend. Zoals die sokken brei machine werkt bijvoorbeeld, in ongeveer 6 minuten is de sok af maar om dat te filmen moet je dat éigenlijk eerst een paar keer gezien hebben, het is steeds weer verrassend waar er iets gebeurt of iets uitrolt.
Nee natuurlijk houdt me dat niet tegen en film toch hier en daar een stukje, kan ik er met dat filmpje hier mooi een eind aan breien voor vandaag.

museum ff snel

Het grote voordeel van de museum jaarkaart is dat je soms gewoon “even in het voorbijgaan” een museum induikt.
Als ik met tram naar Delft ga loop ik onder dit poortje door op weg naar de markt.
Precies, museum Prinsenhof, ook weer zo’n heerlijk oud gebouwtje dat ik vaak aantrekkelijker vind dan de tentoonstelling in museum.

Met op dit moment een grote tentoonstelling over de Delftse schilder Johannis Vermeer in het Rijksmuseum Amsterdam heeft ook het Prinsenhof museum aandacht voor Vermeer.
Tja, alle belangrijke stukken hangen natuurlijk in Amsterdam maar toch wip ik even binnen.

Ik hoef er geen uren rond te lopen en ben toch al minder een “schilderijenmens” .
Er wordt veel gewerkt met projectie op de muren waarbij in de informatie “het Delft van Vermeer” uiteraard een rol speelt.

Er is ook een blik schoolkinderen opengetrokken die rond de trap, waar Willem van Oranje neergeschoten zou zijn, een verkleedfestijn hebben. Het is er rumoerig maar ik snap wel dat je iets extra’s moet doen om kinderen te boeien. Willem de Zwijger wil wel even voor me poseren voor hij op de trap van kant gemaakt zal worden (neem ik aan) Je snapt wel dat je ánders naar al die oude wapens kijkt wanneer je zelf als “schildwacht” verkleed ook met zo’n wapen in je hand loopt.

Maar natuurlijk dwaal ik toch weer af als ik in de kelder de toiletruimte bezoek, oude stenen trapjes en mooie gewelfjes, vooral veel bukken want men was niet zo groot vroeger
Maar ook een mooi oversteekje naar een ander deel van het gebouw trekt m’n aandacht. De ramen kijken uit op een binnenplaatsje en een mooi rood pannen dakje.
Mooi, daarom geniet ik dus wél van dat soort schilderijen, alleen let ik dan weer niét op wie de schilder was, doet er ook eigenlijk niet toe, het is mooi of niet. Van dat soort “plaatjes” in het echt maak ik dan maar foto’s, ik kan helaas niet schilderen.

fabrique des lumiéres

Ja ik was er in gezelschap van Inge met lief én kleindochter Annemarie,
Drie generaties naar één expositie… als dat maar goed gaat!

Kunst….? Jawel maar zoals bovenstaand stukje folder laat zien, er is méér kunst dan de schilderkunst.
De kunstenaars Hundertwasser en Klimt zijn zeker onderdeel van “dit kunstwerk” maar stap even af van het traditionele schilderijen kijken als je van “goud en kleurrijk” wilt genieten.
Het is eigenlijk een op zich zélf staande kunstvorm met gebruikmaking van verbazingwekkende, nieuwe technische en digitale mogelijkheden en werk van bekende schilders.

Het is een overweldigende ervaring om helemaal omringt te zijn door kleuren en beweging waarbij de schilderstukken de basis zijn. De goed gekozen muziek maakt de steeds veranderende beelden op muren en vloeren nóg indrukwekkender en ik begrijp heel goed dat veel jonge mensen zich op de grond lieten zakken en stilletjes met de rug tegen de muur zittend alles in zich opnamen.
Het is een beleving waar leeftijd totaal niet ter zake doend is en van 30 tot 80 jaar was onder de indruk en genoot tot op de ziel.

Ja we hebben foto’s en filmpjes gemaakt maar het echte effect valt gewoon niet in film of foto te vangen, je moet het ondergaan.
De bezoekers die als schimmige,stille figuren overal opduiken storen niet, ze horen er gewoon bij.

Nog tot t/m 5 februari kun je in de Amsterdams gasfabriek terecht om het zelf te ervaren. Daarna komt er, als ik het goed onthouden heb, een voorstelling met Salvador Dali als basis.
Minder mijn smaak dan Klimt, maar ook dié expositie bezoeken zou een goede optie zijn om te zien hoezeer het werk van de kunstenaar van invloed is op “de beleving”.
De filmpjes die Anne en Inge maakte heb ik maar domweg aan elkaar geplakt, ze filmen véél beter dan ik maar ook het filmpje (voor mijn doen érrug lang maar ik kon niet kiezen) laten alleen zien, niet voelen.
Ik ben in ieder geval om voor deze nieuwe kunstvorm.



cultuurvandaal?

Kwam ik van de week dit gevalletje “cultuurvandalisme”tegen, althans dat dácht ik.

Het is een trend om je ongenoegen over van álles en nog wat te laten blijken door aan andermans spullen te komen. Door het “protesteren” te noemen denkt men het recht te hebben kunstwerken in musea te besmeuren en/of te beschadigen.
En dan kom ik dit zelfportret van Rembrandt uit 1632 in deze staat tegen, tja dan weet ik wel hoe laat het is. (10 over 11 om precies te zijn)
Zie je al die lelijke halen in het doek?
Wegens het succes van dit vandalisme werd het vast uit de media gehouden, om andere warhoofden niet op nog meer ideeën te brengen.
Het is natuurlijk onzin om aan andermans spullen te komen om welk ongenoegen dan ook te uiten. Ik heb er geen enkel begrip voor.

Kijk dan, op de neus van dit peperdure schilderij is gewoon een plakkertje geplakt, dubbel onzin want het is niet eens te lezen waar de sticker ons op attent moet maken.
Stelt als protest al helemáál niets voor.
De streek die dwars over het schilderij loopt duidt op een zekere agressie en maakt het héle kunstwerk waardeloos dát is wel duidelijk!

Ach je kent me, ik ben géén kunstkenner maar snap dan nog wél dat je een Rembrandt van , pak’m beet, 14,5 miljoen pond, niet gewoon op straat tegenkomt. Nee ik zag dit zelfportret bij ons op “de Rembrandtkade” alwaar net als op zoveel hoeken, een kleine spanningskast staat.
De meeste zitten onder de graffiti, maar op deze is een poster geplakt met dit zelfportret, toch een béétje jammer dat hij er zo slordig opgeplakt is, maar altijd beter dan graffiti, hoewel…. de poster is natuurlijk wél gesigneerd, dat is toch óók een soort “piece”?

City life

Eén van de redenen om het atelier van Toos Holstein te gaan bekijken was dat ik op haar site gezien had hoe de steendruk “city life”gemaakt werd. Dát het me boeide was een combinatie van een heleboel dingen.
Henk begon als boekdrukker en werd in de jaren 80 omgeschoold naar offset drukker en omdat ik in de drukkerij ook altijd wel handklusjes gedaan heb (en nóg doe) heb ik wel iets “”drukkerigs” meegekregen en weet dat er ook in de kunstwereld “gedrukt” wordt.
Al gaat het nét even anders komt steendruk toch in de buurt van offset druk die ik nog regelmatig zie. Linoleum druk is dan meer te vergelijken met de “boekdruk” van vroeger.

Dat het gebouw m’n interesse had bleek al in het vorige logje maar ook de afbeelding trok m’n aandacht. Met een tomaatrode wand in de huiskamer prik je daar niet ieder willekeurig plaatje op en ik vond het ook niet zó belangrijk, ‘k zou vast wel eens tegen iets aanlopen. Dat zou dus bést eens dit zwart/rood/creme city life kunnen zijn dacht ik.
In de “huiskamer” van Toos hing trouwen nog een knol van een werk dat ik práchtig vond.
Haar werk is zeker niet de jugendstil waar ik gek op ben maar toch, de kleuren en de sierlijke smalle, vaak wat vage figuren doen het wel bij mij. Gelukkig is dat grote doek véél te groot én te duur voor me.

Maar City life gaat, goed ingepakt, met me mee naar huis, ik had Inge de afbeelding laten zien en zij “definieerde” haarfijn waarom de afbeelding, behalve de kleuren, goed bij me past.
Het illustreert een klein beetje al mijn uitstapjes in gezelschap van medebloggers die vrijwel, zonder uitzondering, een stadsbezoek inhouden.
Ik vind het een leuke manier om een soort vakantie te houden, wél alleen te reizen maar toch niét helemaal alleen de vele steden die ik nog niet kende te verkennen.

Ik zou bij wijze van spreken uit de losse pols ingetekend kunnen zijn in de steendruk.
In haar filmpje lijkt Toos dat héél makkelijk te doen. Al had ze daarbij zéker niet mij in gedachten, er is niet al te veel fantasie nodig om ook al die eerder ontmoette medebloggers in de “mensenmassa” te zien lopen.
De rode wand, of juist er tegenover op de eh… zandkleurige muur, of misschien wel op de ook zandkleurige schoorsteen (die in het filmpje veel witter lijk dan hij is) …. ik wéét het nog niet. Eerst een lijst kopen natuurlijk maar dat moet even wachten, druk, druk, druk, in de drukkerij en nóg een uitstapje van de week nu de NS niet meer staakt.

     

van het één komt…..

…… komt het ander! Eind juli was ik voor het eerst van m’n leven in Middelburg en schreef daar een paar enthousiaste logjes over die op een mij duistere manier onder de aandacht kwamen van een Middelburgse kunstenares. Natuurlijk breng ik dan een tegen bezoekje en zie op haar site dat haar nieuwste “project” (een steendruk) me aanspreekt. Ik zie ook een reactie van medeblogster Matroos Beek die in haar reactie zegt graag het nog al bijzondere atelier van Toos van Holstein te bezoeken op de open monumentendag…. tja, dan is 1+1 als altijd gewoon 2 , of misschien tóch wel 3, want ik zóu de steendruk “city life”graag in het echt zien omdat ik een beetje hebberig van word.

En zo stapte ik zaterdag alwéér in de trein naar Middelburg. In Rijswijk is het dan heerlijk weer, paraplu, jas, vest …? Maar niet, kan ik ze ook niet vergeten, wél voor alle zekerheid zo’n plastic weggooi poncho.
Als ik al in de trein zit stuurt Matroos Beek foto’s die doen veronderstellen dat ze me met de boot van de trein komt halen. Ook Inge stuurt een “weerbericht” voor de komende uren….., het is wel duidelijk, Middelburg krijgt de volle laag al zie ik vanuit de trein pas ná Roozendaal de boel geleidelijk dichttrekken wat (om in stijl te blijven) schilderachtige luchten oplevert.

Wanneer ik al dicht bij Middelburg ben krijg ik een appje van Matroos Beek “het is nu droog” maar dat blijkt toch te vroeg gejuicht, als de trein langs Arnemuiden (nooit geweten dat het dáár ligt) spoelt de regen langs ramen alsof de trein door de wasserette wordt gehaald.
Gelukkig weet ik dat het station in Middelburg overdekt is en laat de plastic poncho nog even in de tas, tijd genoeg om op het overdekte perron aan te doen.
Tja, ijdelheid is des vrouw’s, je wilt toch een beetje voordelig uit de verf komen wanneer je iemand voor het eerst ontmoet. FF jammer dat ik hélemaal vooraan in de trein gestapt was en het voorste deel van nou juist voorbij het overdekte deel van het station stopt en ik alsnog als een verzopen kat kennis maak Bea, (aka Matroos Beek) !
We wachten nog even tot de ergste bui voorbij is en lopen dan de korte afstand naar het “pakuis van Toos.
Dan blijkt het slechte weer voor ons leuk uit te pakken, het is er rustig en zowel Toos, een heerlijk “normale” vrouw zonder kunstenaars maniertjes en/of allures, als haar charmante lief hebben álle tijd voor ons.
En tjongejonge wat is dat monumentale “pakhuis” de moeite van het bekijken waard.
Geen foto’s van gemaakt nee, die zouden er nooit recht aan doen maar ik was onder de indruk.
Zucht…., het gaat me natuurlijk ook dit keer weer niet lukken alles in één logje te proppen maar kijk met de link vast even wat de eigenaresse zélf over het bijzonder pand vertelt , klik atelier van Toos van Holstein Dat is heus de moeite waard, de kunst moet dan maar weer even wachten tot het volgende logje.

   



Vorige Oudere items