Overuren voor m’n hersenpan wou ik zeggen, maar dan werd de titel zolang. Gisteren stapte Inge, dit keer mét lief binnen met een geheimzinnige grijns op hun gezicht. Of ik iets te doen had en zo niet, dan toch, dan was mijn middag ingevuld.
Ze willen niet meer loslaten dan dat het in de verte iets te maken heeft ons tripje naar Londen in april en zelfs nog iets met het tripje Parijs van vorig jaar.
We stappen in de tram richting centrum Den Haag zonder dat ik zelfs maar een vaag idee heb wat we gaan doen
Tot m’n verrassing word ik naar dit gebouw geloodst. Het is een Pathe theater dat ik nog ken als “de cineac ” uit de jaren 40/50. Het is ook wel ergens in de jaren 50 dat ik er voor het laatst binnen was. M’n grijze massa wordt hard aan het werk gezet als we er binnenstappen. In die tijd was het een filmtheater met slechts één zaal met een doorlopende voorstelling van een uur. Daarin het uitgebreide Polygoon journaal, een tekenfilmpje en uitgebreide reportages als daar een aanleiding toe was zoals precies 70 jaar geleden de watersnoodramp en kort daarvoor de Kroning van de Engelse Elizabeth. Omdat we er slechts bij dát soort grote gebeurtenissen kwamen herinner ik me ook het meest de grote hal met daarin om de pilaren slingerende rijen mensen. Kijkend naar de linkerkant waar genoeg mensen uit moesten komen om weer wat mensen uit de rij aan de rechterkant binnen te laten, waarna een ouvreuse met een zaklantaarn je de vrijgekomen plaatsen wees als je eindelijk naar binnen mocht.
De hal is onherkenbaar veranderd, de pilaren vallen er nog nauwelijks op al is er nog wel een plaats waar aangegeven wordt waar “een rij” kan ontstaan. Natuurlijk let je als kind van een jaar of 10 minder op wat er nog meer in het gebouw is, er moet boven een groot restaurant geweest. Het gebouw is zóveel groter dan de hal en de filmzaal uit mijn herinnering. Nu is de hal overwegend horeca, zijn er muren en trappen die er toen niét waren en blijken er meerdere filmzalen te zijn op div. verdiepingen. Bioscoopbezoek blijkt nu niet zónder allerlei versnaperingen te kunnen en die verkoopt men dan ook. Waar is de ouvreuse gebleven die alleen in de pauze rolletjes pepermunt en drop verkocht vanaf een voor haar buik gedragen plank die met banden over haar schouders hing.
Vanaf het tafeltje waar we even iets drinken is de enige trap zichtbaar die er vroeger al was. Destijds niet zichtbaar vanuit de hal, (of me niet opgevallen) Dat weet ik zeker omdat de meneer die ons kaartje controleert oud genoeg is om te vragen of hij iets van vroeger over het gebouw weet. Ik raak “het vakje beroepstrots”, hij werkt sinds de jaren 80 voor het bedrijf.
Té kort voor mij maar hij heeft thuis een boek met de geschiedenis en foto’s van het gebouw én heeft nog contact met oudere ex collega’s. Ik zou de voorstelling zó inruilen om met de meneer dat boek te gaan halen…. maar ja, hij is aan het werk, dat gaat ‘m niet worden eh…. de film? Die moet maar even wachten maar ook dié zette m’n grijze cellen aan het werk.





Leuk dat je reageert, dankjewel!