Op de valreep van het jaar rijd ik met een kersvers RIJBEWIJS dat zonder beperkingen 5 jaar geldig is.
Na alle gruwelverhalen over té lange wachttijden en verlopen rijbewijzen bij ouderen was ik dus méér dan ruim op tijd begonnen met een aanvraag voor de keuring enz. Je voelt ‘m al aankomen….. juist bij mij liep alles op rolletjes, kon binnen een week bij een keuringsarts terecht, die de gebruikelijke controles uitvoerde en geen verdere vragen had bij de door mij (naar waarheid) ingevulde formulieren. Korte tijd later ontving ik toestemming om het rijbewijs te mogen aanvragen op het moment dat het oude nog drie maanden geldig was!!!!! Nou ben ik gekke Gerritje niet en ga ze géén drie maanden cadeau doen, deze maand dus alleen nog even de hobbel “pasfoto’s” te nemen.
Ook daar loop je tegenwoordig nogal eens tegen willekeur aan, wél bril op, géén bril op , niet sjagrijnig genoeg. Maar ik ben niet voor één gat te vangen en vroeg de fotograaf om de serie half om half mét en zonder bril te doen. Dat m’n oren te lijden hebben van de mondkapjes kan ik niets aan doen, met plakband vastplakken lukt niet onzichtbaar denk ik.
Er werd voor zónder bril gekozen, mij best hoor, ik ben allang blij dat ik weer 5 jaag mag tuffen.
Want als er iéts fijn is voor je zelfstandigheid is het wel dat kunnen gaan en staan waar je wilt zonder dat je door (klein)kinderen gehaald en gebracht moet worden, al zouden ze dat met liefde doen.
Als ik Henk nú ergens dankbaar voor ben is het wel dat hij me vroeger altijd aangemoedigd heeft om zélf te rijden. Aanvankelijk vond ik het wel makkelijk als hij reed, hij reed goed en graag maar vond dat ik routine op moest doen en zo werd als we samen weg gingen de regel ” als de één heen rijdt rijdt de ander terug”.
Hij bemoeide zich niet écht met mijn rijstijl maar er was één ding waar hij heel scherp op lette. “twee handen aan het stuur”.
Hij had zelf in dienst leren rijden op álles dat wielen had, reed heel ontspannen maar had áltijd twee handen aan het stuur. omdat je alleen dán controle kunt houden als er onverwachte dingen gebeuren. Zo zette hij ooit een keer zijn motor met mij achterop aan de kant met een klapband zonder dat ik in de gaten had dát er iets mis was.
Al een jaar of tien geleden liet hij steeds vaker mij rijden en zat hij rusig naast me te genieten van een ritje.
De laatste jaren legde ik soms mijn hand op zijn knie, steeds vaker was het enige contact immers aanraken.
En nog heel lang maande hij me dan “je twee handen aan het stuur”. In mijn eigen omgeving voel ik me ondertussen reuze op m’n gemak in de auto en eigenlijk is juist in de auto zijn aanwezigheid nog heel sterk aanwezig.
Soms laat ik mijn hand even op de ronde kant van “zijn”stoel rusten, de bolling voelt wel een beetje aan als een knie, maar nooit voor lang. “twee handen aan het stuur Riet, hoe ontspannen je ook zit” ik hóór het hem gewoon zeggen.
Leuk dat je reageert, dankjewel!