Ja natúúrlijk had ik nog meer foto’s “uit de oude doos” en koos er een paar om te scannen uit m’n lagere schooltijd omdat dáár nog wel iets over te vertellen is.
Als kind was ik te klein en te mager voor m’n leeftijd, en deze rustige bejaarde was een tamelijk druk kind.
In 1942 geboren, had ik onbewust waarschijnlijk toch wel veel spanning en stress meegekregen, ook veel voedingsmiddelen tekort gekomen in baby-en peutertijd en dat m’n ouders regelmatig knetterende ruzie’s hadden maakte me zeker niet rustiger.
ADHD bestond nog niet dus dát kon het niet geweest zijn maar op de lagere school nee nog géén basisschool en géén groepen maar klas 1 t/m 6 was ik vaak ziek thuis.
Toen onderzoeken in het ziekenhuis niets aan het licht brachten kreeg ik het stempel “hypernerveus” en leek de beste oplossing dat ik naar een buitenschool zou gaan.
Zo kwam ik in de vijfde klas terecht op buitenschool Leyenburg waar ik met de bus heen moest en dus ook niet meer tussen de middag naar huis kon. Ik vond het aanvankelijk vréselijk. Bij aankomst werden we opgevangen in een grote eetzaal waar een bord pap opgeschept werd.
Zolang dat havermout- of griesmeelpap was dat al erg genoeg maar 1x per week was er ook gortepap en dát was pas echt smerig. Je hád dan thuis al brood op maar de pap moést opgegeten worden, er stond zelfs ook nog brood klaar voor wie er dan nog honger had.
Op de school zaten veel kinderen met astma en restverschijnselen van polio, kinderverlamming heette dat toen nog, en dus was hardlopen in de speeltijd verboden. Gymnastiek was slechts héél eenvoudig en er moest tussen de middag “gerust worden” in grote lighallen.
Dat was een lange muur met een overhangend dak waaronder voor ieder kind een soort veldbed stond.
De juffen hielden de wacht in een grote rieten strandstoel want het spreekt vanzelf dat er geslapen moest worden.
De enige die tussentijds op mochten staan waren kinderen die een zware astma aanval hadden. In het begin stond ik doodsangsten uit dat zo’n kind in die hoestbui zou blijven, maar dat wende snel.
Op deze foto kun je nog net iets zien van de lighal, de veldbedden tegen de muur, in de kasten lagen een kussen, een legergroene voetenzak die tot aan je nek opgetrokken kon worden en een deken.
In de winter werd de voetenzak óók in de buitenlokalen gebruikt, aangevuld met een eveneens legergroene cape.
Zolang het droog was kreeg je buiten les tussen drie grote houten schuttingen waar de wind vrij spel had.
Het meeste schrijfwerk werd dus gemaakt op een lei met een griffel, iets dat op gewone scholen natuurlijk allang niet meer gebeurde.
De meeste ruimtes binnen waren voor, de logopediste, heilgymnastiek, de schoolarts/verpleegster, de eetzaal en een grote keuken.
Want er werd vóór de rust” warm gegeten” met, o gruwel, op vrijdag peentjes met schelvis in de botersaus. De eerste keer dat ik niet van tafel mocht vóór het bord leeg was ben ik weggelopen, wat me zowel thuis áls op een school flink straf opleverde.
Om half vier werd er dan alwéér gegeten, brood met melk en fruit waarna we per groepje naar de diverse bussen gedirigeerd werden.
De school regeerde óók thuis, ook thuis moest er gewoon meegegeten worden én je moest op tijd naar bed, iets dat m’n ouders zeer welkom was en dus zeer nauwkeurig nageleefd werd.
Op m’n 10 jaar ging ik nog steeds om 7 uur naar bed. Er werd trouwens steekproefgewijs door een schoolverpleegster thuis gecontroleerd.
O help…. al 600 woorden, nou ja, ik héb er m’n draai uiteindelijk gevonden, ben er reuze van opgeknapt en na 2 jaar vond ik het jammer dat mijn lagere schooltijd erop zat.
Leuk dat je reageert, dankjewel!